Jouw eigen moestuin aanleggen: Zo doe je dat

Ligging van jouw moestuin

Voordat je jouw moestuin gaat aanleggen, is het slim om te kijken naar de ligging van jouw lapje. Ideaal voor het aanleggen van een moestuin is een plek voor de zon minimaal 6 uur lang schijnt. Red je dat niet? Maak je geen zorgen. Ook in de schaduw kun je jouw eigen moestuin beginnen. Je hebt dan alleen wat minder keuze qua groenten, fruit en kruiden. Groenten als komkommer, paprika en tomaat houden van veel zon en warmte. Die maak je dus niet blij met een plekje in de schaduw. Weten wat het wél goed doen in de schaduw? Je leest het in mijn blog ‘Moestuin in de schaduw’.

Bodem voorbereiden

En dan is het tijd om je bodem voor de bereiden. Wat de bodem is de basis van jouw moestuin. Die moet gezond zijn, wil je een succes van jouw moestuinavonturen maken. Verwijder onkruid en gras en voeg lekker veel compost aan je bodem toe. Compost zorgt voor een goede structuur van de bodem en beschermt tegen uitdrogen en bevriezing. Maak de grond een beetje los voordat je gaat zaaien.

Is je grond heel arm? Dan is het slim om voordat je start ook mest toe te voegen aan je bodem. Je kunt stalmest gebruiken (geen verse als je meteen begint met zaaien) of moestuinmest in de vorm van korrels kopen. Dat laatste is sowieso handig om aan te schaffen voor groenten die veel mest nodig hebben, zoals bijvoorbeeld kolen, courgette en pompoen. 

Het maken van een plan

Zelf begin ik hier vaak in de winter al mee, dan kan ik me alvast verheugen op het nieuwe moestuinseizoen, maar later kan natuurlijk ook gewoon. Waarom is het maken van een plan slim? Omdat je dan precies weet wanneer je wat moet (voor)zaaien. Het eerste jaar dat ik mijn moestuin had, begon ik gewoon lukraak en ik was met zo ongeveer alles te laat op het moment dat ik bedacht dat ik die groente wilde verbouwen. Want kolen oogst je in de winter, maar zaai je vaak al in april en mei. Dus ik maak nu elk jaar een moestuinplan.

Toegegeven, het is wat werk het maken van een moestuinplan, maar het zorgt ervoor dat je nooit een leeg stukje hebt en dus zo’n hoog mogelijke opbrengst. Zeker als je een wat kleinere moestuin gaat beginnen is dat heel slim. Op de pagina ‘Een moestuinplan maken’ leg ik je stap voor stap uit hoe je zo’n plan maakt en hoe je optimaal gebruikt maakt van een klein oppervlakte.

Heb je jouw grond voorbereid en is je moestuinplan af? Dan is het tijd om je zaden te bestellen. Wil je zo gezond en milieu- en diervriendelijk moestuinieren? Koop dan biologische zaden.Je kunt ze op allerlei plekken kopen: in tuincentra en in het voorjaar ook in sommige bouwmarkten en supermarkten. Dille & Kamille heeft ook steeds meer zaden en natuurlijk kun je ze online bestellen. Wil je net zoals ik biologisch moestuinieren? In mijn blog ‘Biologische zaden voor jouw moestuin: 5 goede adressen’ geef ik je mijn favoriete adresjes.

Wat heb je nodig?

Behalve zaden, zijn er natuurlijk nog meer dingen die je nodig hebt voor jouw moestuin. Zet dit in elk geval op je lijstje:

• Potgrond Moestuin
• Zaaipotjes van ongeveer 9cm
• Plantlabels  
• Compost (maak compost met compostmaker)
• Moestuin-AZ
• Vinassekali voor wortel- en knolgroenten
• Eventueel AZ-Kalk bij een zure grond (zandgrond is vaak wat zuur)
• Gereedschap

Thuis voorzaaien

Vooral groenten die pas na half mei naar buiten mogen is het handig om ze eerst thuis voor te zaaien. Denk bijvoorbeeld aan peper, paprika, aubergine, tomaten, komkommers en courgette. Die zaai je binnen voor en plant je vanaf half mei buiten uit. Voordat je dat doet, kun je ze het beste afharden (een weekje langzaam laten wennen aan de buitenlucht door ze steeds iets langer buiten te laten staan (begin met een wat warmere middag) en tenslotte ook ’s nachts).

Direct zaaien

Je kunt aardig wat groenten gewoon direct in de volle grond zaaien. Vooral voor radijsjes, wortels en andere wortel- en knolgroenten geldt: liever niet voorzaaien. Waarom? Bij het uitplanten kun je de wortels/toekomstige knol beschadigen en die wil je juist eten. De meeste bladgroenten (zoals pluksla, snijbiet en spinazie) zaai ik ook direct in de volle grond. Bonen kun je zowel voorzaaien als direct zaaien. Ik zaai ze voor in verband met de muizen en vogels die dol zijn op de zaden.

Bemesten  

Niet alle groenten hebben eventueel mest nodig. Je gebruikt dus niet overal op jouw lapje dezelfde hoeveelheid mest. Slim om te doen: jouw moestuin verdelen in stukken waar je groenten met dezelfde mestbehoeftes bij elkaar zet. Dus bijvoorbeeld 1 stuk voor wortels, uien, radijs en bietjes (weinig mest), 1 stuk voor verschillende kolen (veel mest) etc. Zoek van tevoren goed uit welke groenten veel of juist weinig/geen mest nodig hebben. Zowel te weinig als te veel mest kan voor groeiproblemen zorgen.

Plaagdieren onder controle houden

Tsja, bij moestuinieren horen helaas ook plaagdieren. Eigenlijk gewoon nuttige beestjes, maar ze kunnen aardig wat schade aanrichten. Denk aan rupsen van het koolwitje die je kolen kaal eten, de zwarte bonenluis die het gemunt heeft op jouw tuinbonen of slakken die niets heel laten van jouw sla.

Gelukkig zijn er allerlei manieren om de schade te beperken. Ik noem de belangrijkste:

• Rupsen: gebruik RupsVrij
• Luizen: regelmatig eraf spuiten met een waterstraal in combinatie met het inzetten van de larven van lieveheersbeestjes
• Slakken: het verspreiden van aaltjes of Escar-Go

Veel plezier met het beginnen van jouw moestuin!

Hopelijk heb je nu wat handvatten voor een goede start van jouw moestuin. Heel veel moestuinplezier.